Begrippenlijst
Term | Definitie |
---|---|
Maatregelen bij het aantrekken van personeel |
Een organisatie heeft te maken met subsidiemaatregelingen (bijvoorbeeld lastenverlichting voor gehandicapten) en de Wet Gelijke Behandeling (discriminatie mag niet). |
Maatschappelijk aandelenkapitaal | |
Maatschappelijk verantwoord ondernemen |
Een onderneming onderneemt maatschappelijk verantwoord door vrijwillig bij te dragen aan een betere samenleving en een schoner milieu. Ze richten zich op de combinatie van drie factoren: people, planet en profit. |
Machine-uurtarief |
De formule om het machine-uurtarief te berekenen is Cs/Nu + Vs/Bu. |
Management |
Het bepalen van de doelstellingen van de organisatie, het plannen, het organiseren, het geven van leiding en het controleren.
|
Management by delegation |
Delegeren van taken is een belangrijk element van leidinggeven. Taakdelegatie gaat het ook over het delegeren van de bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden. |
Management by direction | De manager geeft gedetailleerde aanwijzingen en controleert streng. |
Management by exception |
We koppelen normen aan doelstellingen. Om afwijkingen van die normen vast te stellen, is een uitgebreid controlesysteem nodig; medewerkers kunnen, binnen vastgestelde grenzen, hun eigen voortgang controleren en bijsturen. |
Management by objectives | |
Management by walking around |
De manager is vaak aanwezig op de werkplek. Hij kijkt, luistert, observeert, geeft aanwijzingen en praat met medewerkers. Het kan demotiverend werken op de medewerkers. |
Managerial grid | Assenstelsel waarbij de horizontale as de aandacht voor taken laat zien (op een schaalverdeling van 1 tot 9) en de verticale as de aandacht van de manager voor de mens laat zien (eveneens een schaalverdeling van 1 tot 9). Cijfer 1 staat voor heel weinig aandacht, cijfer 9 betekent maximale aandacht. De vijf hoofdstijlen zijn 1,1-stijl: Impoverished, 1,9-stijl: Country club management, 9,1-stijl: Task, 5,5-stijl: Middle of the road en 9,9-stijl: Team. |
Managerstaken |
Plannen, beslissen, organiseren, coördineren, beheersen en controleren. |
Market order | |
Marketingbeleid |
Bij het marketingbeleid gaat het om alle activiteiten van een organisatie die gericht zijn op de maximale behoeftebevrediging van de afnemers. |
Marketingdoelstellingen | |
Marketinginstrumenten | |
Marketinginstrumenten van niet-commerciële organisaties | Overheid: minder weerzin geven, aandacht op bepaalde zaken via website/tv. Belangengroeperingen: druk uitoefenen om de publieke opinie te beïnvloeden, website, aanwezigheid. Onderwijs: open dagen, meer bieden dan andere scholen. Liefdadigheidsinstellingen: reclame, tv, radio, website, direct mail. |
Marketingmix |
Als we de vier p’s in onderlinge samenhang toepassen. |
Marketingplan |
Dit bevat onder meer welke producten de onderneming gaat aanbieden (product), welk prijsniveau ze wilt hanteren (prijs), waar het product verkrijgbaar zal zijn (plaats) en hoe de onderneming klanten gaat bereiken (promotie). Eventueel wordt dit aangevuld met de 4 c’s. |
Marktleider |
De onderneming met het grootste marktaandeel. |
Marktonderzoek |
Marktonderzoek is het systematische onderzoek naar de afzetmogelijkheden van een bepaald product in een gebied gedurende een zekere periode. Voor een starter bestaat dit vaak uit een onderzoek naar de mogelijkheden om tot de markt toe te treden. |
Marktontwikkeling |
Bestaande producten aanbieden op nieuwe markten. |
Marktpenetratie |
Het vergroten van het marktaandeel in een al bestaande markt. |
Marktpositie |
De plaats die de onderneming met haar producten inneemt in de markt ten opzichte van de concurrentie. |
Marktsegmentatie |
Als een onderneming voor een bepaald product de totale markt opsplitst in een aantal kleine, min of meer homogene deelmarkten (afnemersgroepen). |
Massaproductie |
Bij massaproductie (homogene productie) houdt de producent geen rekening met de wensen van de individuele consument, maar probeert hij een product te maken dat bij een grote groep consumenten in de smaak valt. |
Matchingbeginsel |
Er is sprake van een juiste matching als we de kosten in de winst-en-verliesrekening verwerken op basis van een direct verband tussen deze kosten en de daarmee samenhangende opbrengst. |
Materiële eigenschappen |
De eigenschappen die in het product zelf aanwezig zijn en de eigenschappen die de producent heeft toegevoegd. |
Materiële reserves |
Reserve-activa, deze staan debet op de balans. Vaak beleggingen die snel in geld zijn om te zetten. |
Materiële vaste activa |
Terreinen, gebouwen, inventaris, computers enzovoort. |
Matrixorganisatie |
De matrixorganisatie is een organisatievorm waarbij lijn- en staffunctionarissen niet naast elkaar maar met elkaar werken voor bepaalde projecten. |
Medezeggenschap |
De leden van de groep hebben een beslissende stem in de besluitvorming. |
Mediadoelstellingen |
Doelstellingen waarin vastligt welke groepen de organisatie wil bereiken, met welke middelen en op welke termijn. |
Medium | |
Meerderheidsbesluit |
De meeste stemmen gelden. |
Meerzijdige communicatie |
Bij meerzijdige communicatie komen meer zenders en meer ontvangers met elkaar in contact. |
Milieu Reclame Code |
Deze geeft gedragsregels voor reclameboodschappen waarin milieuaspecten verwerkt zitten. |
Minderheidsbesluit |
Een minderheid van de groep neemt het besluit. |
Minimumwaarderingsregel |
Uit voorzichtigheidsoogpunt waarderen we een actief niet voor een hoger bedrag dan het waard is: we kiezen de laagste waarde volgens de historische aanschafprijs of directe opbrengstwaarde/marktwaarde. |
Modellen |
Het Burgerlijk Wetboek geeft via het modellenbesluit een aantal modellen voor de balans en winst-en-verliesrekening. |
Multimediale communicatiemiddelen |