Begrippenlijst
Term | Definitie |
---|---|
Paginavorm |
De opstelling van de winst-en-verliesrekening met de opbrengsten en kosten onder elkaar. |
Paraplumerk |
De leverancier brengt al zijn producten onder één naam op de markt. |
Participerend leiderschap |
De manager en medewerkers delen de informatie en macht. |
Passieve weerstand | Niet of nauwelijks zichtbaar en moeilijker om op te reageren. |
Penetratiepolitiek |
De prijs van een nieuw product zo laag vast te stellen dat daardoor in korte tijd een groot gedeelte van de markt van het nieuwe product wordt voorzien. |
Pensioenfonds |
Int pensioenpremies en belegt deze gelden om personen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd een pensioen uit te keren. |
Pensioenvoorziening |
Voorziening om later pensioenen uit te keren aan (voormalige) werknemers. |
Perioden | |
Permanent vermogen |
Vermogen dat blijvend beschikbaar is voor de onderneming, er hoeft niet op te worden afgelost: eigen vermogen. |
Permanentie |
We spreken van permanentie als een onderneming niet één keer per jaar maar een aantal keren per jaar een balans en winst en-verliesrekening opstelt. Het doel van de permanentie is de gelijkmatige verdeling van zowel de kosten als de opbrengsten over verschillende
perioden. |
Personeelsbeleid |
Dit beleid is gericht op alle aspecten van de relatie tussen mens en arbeid binnen de organisatie. |
Persoonlijk plan |
Dit omvat de persoonsgegevens, motivatie en doelstellingen, de sterke eigenschappen van de starter en de minder sterke eigenschappen van een ondernemer. |
Persoonlijke lening |
De consument leent een bedrag voor een bepaald doel en neemt het hele bedrag ineens op. Aflossingen mogen niet opnieuw worden opgenomen. |
Persoonlijke verkoop |
Verkoop met persoonlijk contact tussen aanbieder en afnemer. |
Perunage | |
Plaats en tijd |
Door de groothandel liggen de goederen op het moment dat de detaillist dat wil, bij de detaillist in de winkel. |
Plaatsen obligaties |
A pari (tegen nominale waarde), boven pari (boven de nominale waarde, er ontstaat agio) en onder pari (beneden de nominale waarde, er ontstaat disagio). |
Plangestuurde systemen |
De producent zal volgens een bepaalde planning produceren. |
Plannen |
De gedetailleerde uitwerking van de doelstellingen. |
Portfolioanalyse |
Een model waarmee een onderneming de situatie van haar producten analyseert. |
Positief hefboomeffect | Rentabiliteit van het eigen vermogen voor belasting (REV vb ) > rentabiliteit van het totale vermogen (RTV) omdat interest vreemd vermogen (IVV) M&O in Balans, 7e druk, havo H38, vwo H46 |
Potentiële toetreders |
Het aantal is afhankelijk van de kapitaalintensiteit (of er veel vermogen nodig is om een onderneming in die branche op te
richten), schaalvoordelen (of productie bij hoge of ook al bij kleine aantallen rendabel is), toegang tot distributiekanalen en
wetgeving. |
Preferente aandelen |
Aandelen die op een bepaald gebied voorrang hebben op gewone aandelen. De preferentie kan betrekking hebben op de winstuitkering, de zeggenschap en de uitkering bij liquidatie. |
Prijskortingen |
Korting op de prijs, zowel rechtstreeks als door het aanbieden van een groter aantal producten voor een lagere prijs. |
Prijsresultaat |
Een resultaat omdat er meer of minder voor een productiemiddel is betaald dan toegestaan. |
Prijsresultaat constante kosten |
Toegestane constante kosten bij de normale productie en/of afzet verminderd met de werkelijke constante kosten. |
Prijsvergelijkingswebsite |
Een website waar je prijzen voor een product bij verschillende aanbieders kunt vinden en vergelijken. |
Primitieve opslagmethode |
Ook wel enkelvoudige opslagmethode: hierbij rekenen we de indirecte kosten door middel van slechts één opslag(percentage) toe aan de directe kosten. |
Private label |
Een product dat, gezien vanaf het standpunt van de fabrikant, in opdracht van een derde wordt gemaakt. |
Privébegroting |
Het overzicht waaruit blijkt hoeveel geld een ondernemer nodig heeft voor privédoeleinden. |
Probleemoplossende vergadering | Het doel is eerst het probleem bepalen, daarna een besluit nemen en kiezen voor een oplossing. |
Problemen bij gesprekken | |
Procent |
Per honderd. |
Productiecapaciteit |
De productiecapaciteit van een onderneming geeft aan hoeveel producten de onderneming in een bepaalde periode maximaal kan maken. Bij de verkoopcapaciteit betreft het de maximale verkoopomvang. |
Productief leverancierskrediet |
Krediet dat een bedrijf verleent aan een ander bedrijf. |
Productinformatie |
Webwinkels moeten informatie verstrekken over productkenmerken, prijzen inclusief btw, bijkomende kosten, wettelijke bedenktijd, betalingsmogelijkheden en de levering. |
Productlevenscyclus | Wanneer een nieuw product op de markt komt, neemt meestal de afzet langzaam toe. Daarna blijft de afzet van het product gelijk, en ten slotte neemt de afzet af. Bij de levenscyclus onderscheiden we achtereenvolgens de volgende vijf fasen: introductiefase, groeifase, rijpheidsfase, verzadigingsfase en neergangsfase. Duur levenscyclus en grootte afzet worden bepaald door de snelheid van de technische ontwikkeling, de concurrentie en de mate waarin het nieuwe product door de afnemers wordt geaccepteerd. |
Productontwikkeling |
Nieuwe producten aanbieden op al bestaande markten. |
Prognose personeelsbehoefte |
Een planning hoeveel personeel er voor de komende periodes nodig is. |
Progressief belastingstelsel |
Naarmate je inkomen hoger is, betaal je procentueel meer belasting. |
Projectorganisatie |
De onderneming werkt met projectgroepen: tijdelijke samenwerkingsverbanden, die bestaan uit verschillende specialisten die de opdracht hebben een bepaald doel te realiseren. De leden van een projectgroep hebben twee bazen: de projectleider en hun ‘gewone’ hiërarchische leider. Dat geeft nogal eens conflicten. |
Promillage |
Per duizend. |
Proportioneel |
Kosten zijn proportioneel als de variabele kosten in dezelfde mate toe- of afnemen als de productie- en verkoopomvang; ze zijn rechtevenredig. |
Prospectus |
Een brochure waarin alle bijzonderheden over een aandelenemissie zijn opgenomen. |
Prospectus obligatielening |
Hierin staan bijzonderheden over de instelling of onderneming en de obligatielening. |