De technische voorraad is de voorraad die werkelijk in het bedrijf aanwezig is. De economische voorraad is de voorraad waarover de onderneming prijsrisico loopt (= de technische voorraad + de gekochte, maar nog niet ontvangen grondstoffen - de verkochte, maar nog niet verzonden grondstoffen).
Er zijn vier systemen van voorraadwaardering en/of registratie: fifo-stelsel, lifo-stelsel, vaste verrekenprijs en vervangingswaarde. We bepalen bij verkoop de inkoopwaarde van de verkochte goederen aan de hand van één van deze vier systemen. De brutowinst is dan ook afhankelijk van het gekozen systeem.
Volgens het fifo-systeem nemen we de prijs van de langst aanwezige partij als inkoopwaarde van de goederen bij verkoop.
Volgens het lifo-systeem nemen we de prijs van de goederen die het laatst zijn ingekocht als inkoopwaarde van de de goederen bij verkoop.
In een periode met stijgende prijzen is de brutowinst volgens het fifo-systeem hoger dan bij het lifo-systeem.
Bij de vaste verrekenprijs bepaalt de onderneming zelf een prijs waartegen ze de goederen registreert. Als inkoopwaarde van de verkopen neemt ze deze vaste verrekenprijs. De vaste verrekenprijs bestaat uit de geschatte inkoopprijs plus de geschatte inkoopkosten per product. Bij toepassing van vaste verrekenprijzen bestaat het bruto-omzetresultaat uit: verkoopwinst, resultaat op inkoopprijs en resultaat op inkoopkosten.
Het resultaat op inkoopprijs plus het resultaat op inkoopkosten noemen we het resultaat op inkopen.