Op de balans staan op de debetkant de bezittingen, waaronder de vorderingen in de volgorde: vaste activa, vlottende activa en liquide middelen. Credit op de balans staan achtereenvolgens het eigen vermogen, de schulden op lange termijn en de schulden op de korte termijn. De balans geeft de situatie weer op een bepaald moment. Aan de debetkant is de volgorde van meer naar minder vast en aan de creditkant is de volgorde van meer naar minder permanent aanwezig.
Een winst-en-verliesrekening geeft een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een onderneming over een bepaalde periode.
Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten noemen we het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening.
Als een onderneming de interestkosten- en opbrengsten liever apart houdt, neemt ze het financieringsresultaat (het verschil tussen de interestkosten en de interestopbrengsten) apart op. Dit is dan nog steeds een onderdeel van het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening maar staat apart vermeld.
Om te weten over hoeveel liquide middelen een onderneming kan beschikken in een aantal toekomstige perioden wordt een liquiditeitsbegroting samengesteld. Bij een liquiditeitsbegroting gaat het uitsluitend over de verwachte ontvangsten en de verwachte uitgaven van een onderneming.
Een onderneming kan de liquiditeit verbeteren door: inkopen uit te stellen, leverancierskrediet te bedingen, investeringen uit te stellen, de winst na belasting niet uit te keren en de debiteuren een korting voor contante betaling aan te bieden. Een illiquide onderneming heeft te weinig middelen om aan alle betalingsverplichtingen te voldoen.
Een voorraadgrootheid heeft betrekking op een bepaalde post op een bepaald moment, bijvoorbeeld de bedragen op een balans.
Een stroomgrootheid heeft betrekking op bedragen over een bepaalde periode, bijvoorbeeld de bedragen op de winst-en-verliesrekening.
Een startende onderneming of een onderneming die wil uitbreiden stelt vaak een uitgebreider financieel plan op. Het financiële plan is een onderdeel van het ondernemingsplan met onder meer: de investeringsbegroting, het financieringsplan, de openingsbalans, de liquiditeitsbegroting, de resultatenbegroting en de geprojecteerde eindbalans.
In de investeringsbegroting nemen we de bedragen voor investeringen in noodzakelijke activa op. In de financieringsbegroting of het financieringsplan werken we uit hoe we de investeringen van de investeringsbegroting willen financieren.