Een product is het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of een dienst.
Bij een product onderscheiden we de volgende aspecten: kwaliteit, vormgeving, verpakking en garantie en service.
De verpakking heeft zowel een technisch als een commercieel aspect.
De levenscyclus van een product bestaat uit: introductiefase, groeifase, rijpheidsfase, verzadigingsfase en neergangsfase.
De duur van de levenscyclus wordt bepaald door: de snelheid van de technische ontwikkelingen; de concurrentie; de mate waarin het product door de afnemers wordt geaccepteerd.
Om de prijs van een product vast te stellen, kunnen we uitgaan van vraaggeoriënteerde prijsbepaling.
Mogelijkheden bij vraaggeoriënteerde prijsbepaling zijn: penetratiepolitiek, afroompolitiek, psychologische prijzen en prijskortingen.
Niet-commerciële organisaties stellen een monetaire prijs vast (de kosten worden terugverdiend), een niet-monetaire prijs (lager dan de kostprijs) of leveren hun product gratis.
Logistiek houdt zich bezig met de wijze waarop de goederen worden voortgestuwd op weg naar de consument.
De bedrijfskolom bestaat uit de ondernemingen die het product brengen van oerproducent naar consument.
De groothandel levert aan andere groothandelaren (grossiers) en kleinhandel (detaillisten), terwijl de kleinhandel aan de consument levert.
De groothandel vervult voor de kleinhandel de volgende taken: het houden van voorraad; het leveren van artikelen met korting; het op de hoogte houden wat betreft nieuwe producten en het verstrekken van krediet.
Bij directe distributie gaan de producten rechtstreeks van de producent naar de consument.
Bij indirecte productie worden de artikelen van de producent via één of meer tussenschakels naar de consument gebracht.
Producenten proberen de kleinhandel te verleiden hun producten in het assortiment op te nemen door: kredietverlening, bijzondere aanbiedingen en snelle levering.
Bij pushdistributie wordt de detaillist bewerkt om het product in zijn assortiment op te nemen. Bij pulldistributie wordt de consument bewerkt, zodat deze bij de detaillist om het product gaat vragen.
Het logistiek proces bestaat uit informatiestromen en goederenstromen.
Andere kenmerken van de logistiek zijn: houdt rekening met afnemers en leveranciers, vindt ook in een onderneming plaats en verzorgt zowel het inkopen als het afleveren van de goederen.
Bij het JIT-principe maken ondernemingen afspraken met de leveranciers over het precieze tijdstip waarop onderdelen en grondstoffen beschikbaar moeten komen, teneinde de voorraden zo klein mogelijk te houden.
Logistieke systemen zijn:
Reverse logistics is afval, uitval, emballage en de goederenstroom die de producent retour ontvangt en die hij om milieutechnische redenen dient te recyclen.